De Oude Mors (1937-1973)

Half de dertiger jaren is het Twentekanaal naar Delden doorgetrokken. Met het zand werd toentertijd "De Mors" opgespoten. Ondanks uitvoerig overleg met de gemeente slaagde de V.V. Delden er niet in om daar, voor vast, een fatsoenlijk veld te krijgen. Daarop werd besloten het een eindje verderop te zoeken, in de richting waar nu de Schietvereniging is gevestigd. Met vereende krachten werden talloze kubieke meters grond verzet om daar een voetbalveld met een oefenveldje aan te leggen. Dat terrein kon in 1937 in gebruik worden genomen. De "Oude Mors" zou, zoals uit het titeltje hierboven al blijkt, meer dan vijfendertig jaar dienst doen als thuishaven van de V.V. Delden.

 

De kleedaccommodatie bij de Oude Mors werd in het begin verschaft door de heer Fluttert van het gelijknamige café, het latere horecabedrijf "De Groene Brug". In de garage aldaar kon men zich omkleden. In het begin werd ook door de familie Fluttert, tegen betaling, voor thee gezorgd. Later werd dat overgenomen door de heer en mevrouw Kempers. Die scharrelden de benodigde kopjes bij elkaar en spaarden de verenigingskas met hun gratis thee. De heer Kempers trouwens zou daarna nog op vele fronten voor de vereniging actief zijn. Zijn functie van ballenbeheerder is daarvan wel het meest bekend.

 

In 1938 en 1939 vinden er voor het eerst seriewedstrijden plaats op de Oude Mors. Met die wedstrijden slaagt V.V. Delden er in korte tijd in grote naam te maken. Zelfs derde en vierde klassers KNVB komen in Delden op bezoek en ondervinden geduchte tegenstand van de lokale voetbalvereniging, tweede klasser TVB in die tijd. De Tweede Wereldoorlog maakt dat al na twee jaar met dit evenement moet worden gestopt, maar na het 25-jarig jubileum wordt in 1949 de draad weer opgepakt. In 1951 worden voor de laatste keer dergelijke seriewedstrijden georganiseerd. Door de jaren heen is het terrein inmiddels zo slecht geworden dat het broodnodig aan algeheel herstel toe is.

 

 

eind dertiger jaren maakt V.V. Delden grote naam met de organisatie van seriewedstrijden

 

In 1952 werd op 20 augustus een contract gesloten tot algehele renovatie van de Oude Mors, tussen enerzijds de firma Rotink te Hengevelde en anderzijds onze vereniging, die inmiddels haar naam had omgedoopt in S.V. (sportvereniging) Delden. Eén seizoen lang (1952-1953) heeft S.V. Delden toen de gastvrijheid mogen genieten van Bentelo om aldaar haar thuiswedstrijden af te werken. Aan het begin van het daaropvolgende seizoen, om precies te zijn op 13 september 1953, werd het hernieuwde veld op de Oude Mors feestelijk geopend. De tegenstander was plaatsgenoot Rood Zwart. Volgens ooggetuigen was het een der allerbeste wedstrijden die beide clubs ooit tegen elkaar speelden.

Nu de veldaccommodatie "up to date" was gebracht, kon de kleedaccommodatie natuurlijk niet achterblijven. Op 1 april 1953 verleenden B. en W. van Stad Delden schriftelijk toestemming voor de bouw van een clubhuis op het terrein. Van de korfbalvereniging DOS uit Enschede kon een kleedkamer worden gekocht. Maar dat kostte nog heel wat loven en bieden. Nadat reeds de onderhandelaars van Delden afgezien hadden van verder bieden en waren afgereisd omdat hun maximumbod niet was aanvaard, kwam de koop toch nog tot stand. De prijs was Hfl. 800,–, ongeveer de helft van de oorspronkelijke vraagprijs!

 

 

de eerste echte kleedkamer van S.V. Delden (1953-1973)

 

Maar ook de Hfl. 800,–- was voor onze vereniging nog teveel geweest. Onze voorzitter destijds, Ben ter Morsche, bracht persoonlijk uitkomst door het bedrag uit eigen zak voor te schieten. Als borg fungeerden de mede-bestuursleden persoonlijk. Men kwam contractueel overeen niet eerder het bestuur te verlaten voordat het bedrag was terugbetaald. Men was gezamenlijk de koop aangegaan, men moest gezamenlijk de gevolgen te boven komen, zo luidde de redenering.

Een gerenoveerd terrein, en voor het eerst een "eigen" kleedlokaal; voorspoedige ontwikkelingen kortom. Maar niet iedereen droeg S.V. Delden indertijd een warm hart toe. Enkele dagen voordat op 13 september 1953 de heropening van het veld met kleedkamer zou plaatsvinden, werden de kranen en de leidingen van de waterinstallatie gestolen. De feestelijke openingswedstrijd werd derhalve gevolgd door een weinig feestelijk buitengebeuren voor de spelers: door middel van handbediening moest buiten voor waswater worden gezorgd. Aan die situatie kwam pas in 1956 een einde. Toen werd het kleedlokaal op de waterleiding aangesloten. Het graafwerk daarvoor hadden het bestuur en de leden in hun vrije tijd verricht.

 

 

door middel van handbediening moest voor waswater worden gezorgd (1953)

 

Moest in 1953 noodgedwongen teruggeschakeld worden op handbediening bij de waterpomop, het grasmaaien kon vanaf die tijd motorisch geschieden. Van Twickel werd voor Hfl. 400,– een motormaaier overgenomen. Voor de oorlog had men het gras er met de zeis af moeten slaan. Vooral daar waar de koeien hun handelsmerk achter hadden gelaten, was dat niet altijd aangenaam werk. Nadien werd paard en weidegrasmachine ingeschakeld, hetgeen al een stap vooruit was geweest. De motormaaier heeft jarenlang goede diensten bewezen, totdat ze "versleten" was.

 

 

het grasmaaien kon vanaf 1953 motorisch geschieden

 

Gaandeweg de zestiger jaren gaat het sportcomplex op de Oude Mors steeds minder aan de gestelde eisen voldoen; de vereniging heeft in de voorgaande jaren een aanzienlijke groei ondergaan, in tegenstelling tot de accomodatie. Er volgt dan ook overleg met de gemeente om tot een nieuw sportcomplex te komen. Het seizoen 1972-1973 is het laastste waarin nog gespeeld wordt op de Oude Mors; officieel is het complex dan al drie jaar achtereen door de KNVB afgekeurd. De oude DOS-kleedkamer wordt in 1973 doorverkocht aan de heer Haarman aan de Benteloseweg, alwaar ze nog lange tijd als opslagruimte dienst heeft gedaan.

(bron: jubileumclubblad "S.V. Delden 60 jaar")